Het opruimen van de resten van een zelfmoordterrorist is ongetwijfeld een smerig karwei. Maar waarschijnlijk is het minstens zo luguber, zo niet erger, als je op een vrolijke lenteochtend een paar vuilniszakken tegenkomt met stinkende, doch keurig versneden lichaamsdelen van onbekende herkomst. Geef toe: een zelfmoordterrorist doet na gedane zaken niemand meer kwaad, maar van een seriemoordenaar weet je nooit wanneer hij weer opnieuw in stukken gehakte lijken begint rond te strooien. België heeft zo’n bloeddorstig figuur. Of moet we zeggen: had zo’n figuur?
De Slachter van Bergen wordt deze moordenaar genoemd. In maart en april 1997 dumpte hij (of zij?) op vijf verschillende plaatsen vuilniszakken met stoffelijke resten. Dat gebeurde telkens in de omgeving van de Belgische stad Mons (Bergen is de Vlaamse naam). Uiteindelijk werden nog enkele andere vondsten aan de vuilniszakdumpingen gekoppeld. Na wat onaangenaam puzzelwerk constateerden de onderzoekers dat de resten afkomstig waren van vijf vrouwen tussen 21 en 46 jaar oud. De politie stond voor een raadsel en staat dat nog, want de moordenaar is nooit gevat.
De slachtoffers hadden met elkaar gemeen dat ze rondhingen in de stationswijk van Mons, die zoals andere stationswijken veel verlopen figuren aantrekt. Het waren allemaal vrouwen met een verkreukeld verleden die in hun omgeving nauwelijks werden gemist. Psychische problemen, op de klippen gelopen relaties, drank, drugs… Het hele gamma aan sociale ellende was al aan ze voorbijgetrokken toen ze kennismaakten met de beul die hen uiteindelijk van het leven zou beroven.
Wesley Muyldermans schreef er een boek over: De Slachter van Bergen – de koudste cold case van België. Dat boek is er al een paar jaar, maar werd in 2014 als ebook heruitgegeven. Muyldermans komt met een zakelijk geschreven relaas dat juist dankzij de sobere aanpak bloedstollende kwaliteiten heeft. Hij vertelt over het politieonderzoek dat destijds ook in de media relatief weinig aandacht kreeg, vermoedelijk omdat België in diezelfde periode in de ban was van de zaak-Dutroux. De Slachter van Bergen was ongetwijfeld geen fijnzinniger mens dan de kindermoordenaar van Marcinelles, maar kinderen spreken bij de goegemeente nu eenmaal meer tot de verbeelding dan een handvol aan lager wal geraakte vrouwen die door de samenleving al lang en breed waren uitgespuugd.
Was de Slachter ook de Killer?
Dat onderzoek wilde niet echt vlotten en veel kwam de politie door de jaren heen niet te weten over de Bergense slachter. Ja, hij kon goed overweg met zijn gereedschap, wat een medische achtergrond dan wel een job in het slagerswezen deed vermoeden, maar dat was het wel zo’n beetje. Je hoeft geen Sherlock Holmes te zijn om tot zulke conclusies te komen.
De enige die serieus verdacht werd was ene Leopold Bogaert, een woonwagenbewoner die het vriendje was van een van de slachtoffers, maar ook hij kwam bij gebrek aan bewijs op vrije voeten. Muyldermans bespreekt de meest gangbare sporen en theorieën en ziet zelf een verband met een psychiatrisch ziekenhuis waar – toeval bestaat (niet) – vier van de vijf vrouwen ooit verzorgd werden, al durft hij geen naam op de dader te plakken.
Auteur Charlie Hédo is er vrijwel zeker van de moordenaar wél te kennen: de Brusselse zakenman Claude Dubois. Hij was volgens Hédo niet alleen de killer van de Bende van Nijvel, maar ook de Slachter van Bergen en hij zou bovendien iets te maken hebben van Leopold Bogaert. Hédo lanceerde die theorie in zijn boek Het Rattenkwartier dat ik onlangs recenseerde.
Deze intussen overleden Dubois werd veroordeeld voor de moord op een Algerijnse asielzoeker die in 2001 in stukken gesneden werd teruggevonden. Eerder al verdacht de politie hem ervan op soortgelijke wijze het lijk van zijn minnares te hebben gedumpt. Logisch dat hij in beeld kwam als Slachter van Bergen en ook Wesley Muyldermans besteedt enkele pagina’s aan hem. Maar volgens hem zagen de speurders uiteindelijk geen verband tussen Dubois en de mysterieuze vuilniszakmoorden. Waarom hij werd afgevoerd als verdachte is helaas niet duidelijk.
De Slachter van Bergen is een lezenswaardig boek dat je met een ietwat onbehaaglijk gevoel achterlaat. Het stationsmilieu in Bergen blijft helaas wat onderbelicht; het zou mooi zijn geweest om daar meer zicht op te krijgen. De moordenaar moet daar hebben rondgehangen. Iets meer couleur locale had waarschijnlijk een smeuïger stukje geschiedschrijving opgeleverd, maar voor het overige haalt Muyldermans eruit wat erin zit. Ook hij kan helaas geen antwoord geven op de vraag waarom de slachter zo snel van het toneel verdwenen. Is hij dood? Heeft hij zijn werkterrein verlegd? Is hij voor een ander misdrijf de gevangenis ingedraaid? Of leeft hij nu een gelukkig leventje met vrouw en kinderen, en is zijn bloeddorst gestild?
Misschien is het wel uw buurman.