Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

John Cale striemt en slaat in Rivierenhof

Recensie John Cale, OLT Rivierenhof, Antwerpen, 24 juni 2018

Langzaam komt de trein op gang. Gravel Drive. Een ijl vlechtwerk van gitaren, bastonen en toetsen, met daartussen een diepe, krachtige stem waar na 76 jaar nog geen sleet op zit.

John Cale opent in openluchttheater Rivierenhof. Haast hebben de eerste songs niet. Hedda Gabler, E is Missing. Het tempo ligt laag en loom, maar het is niet de loomheid van een warme zomerdag, eerder van traag naderende donderwolken. Greet me in the dark, shiny Joan of Arc.

Hypnotherapie

Er wordt knap gemusiceerd, en nooit op de automatische piloot. Een vingerbeweging van Cale bepaalt wanneer het einde van een nummer wordt ingezet. De muziek is hard, log, met ruimte voor improvisatie en onbesuisde invallen. Bepaald geen mainstream entertainment. Veel elektronika ook: Cale vindt zichzelf nooit te oud om iets nieuws te omhelzen. Drummer Deantoni Parks, vroeger van The Mars Volta, mept niet alleen op trommels en deksels, maar ook op een tablet met samples. Gitarist Dustin Boyer, al meer dan een decennium Cale’s sidekick, draait doorlopend aan de knoppen van een halve meter hoge effectenkast.

John Cale, AntwerpenJoey Maramba, een naam om spaghettiwesterns in te draaien, bewerkt zijn bas met een strijkstok en blaast in een machtig Helen of Troy zowaar zijn versterker aan barrels. Technici op het podium, Cale speelt gortdroog door, met een van de meest hypnotische riffs uit zijn repertoire.

Hypnotisch is het woord dat je vaker te binnen schiet. De Welshman was de man van de drone bij The Velvet Underground en eindeloos herhaalde bromtonen zitten sindsdien vast verankerd in zijn trukendoos. Het geeft de muziek van Cale – live meer dan op plaat – een duistere, bij wijlen erotische spanning.

Rock die geen rock is

Wasteland herinnert ons eraan dat Cale’s werk van de 21e eeuw nauwelijks onderdoet voor zijn bejubelde jaren 70-platen. We horen soundscapes, maar ook kurkdroge riffs, gedragen melodieën en hoekige hiphopgrooves. Fear is ongetwijfeld een van de beste rocksongs ooit, maar klinkt nauwelijks als datgene wat we normaal voor rocksong verslijten.

De kracht van Cale is zijn open geest. Voor hem zijn er geen genres. Hij absorbeert en manipuleert. En confronteert. Van Lady Godiva’s Operation, uit het Velvets-repertoire, krijg je het ook in de Cale-versie anno 2018 tamelijk koud. Een andere Velvets-klepper, Venus in Furs, schuurt, striemt en slaat zich een weg door de gehoorgang van de Rivierenhofbezoekers, met Cale als vanouds op elektrische viool. De vrouwen voor het podium dansen.

Gezapig oudje?

Het blijft niet bij de meesterwerkjes van weleer. We krijgen nieuw werk, met de intrigerende titel What’s the Legal Status of Ice, en een bedwelmend Hatred, dat bewijst dat een recent B-kantje van Cale beter kan zijn dan vijfsterrenalbums van menig festivalheadliner. Ter afsluiting verbouwt hij Pablo Picasso, of nee, hij beent hem uit tot er slechts een primitieve jam resteert, en gooit er Gun en Mary Lou tussendoor. Er is geen enkel nummer van John Cale dat live klinkt zoals op plaat. Alleen die stem, herkenbaar als weinig andere in de rockgeschiedenis, is er steeds.

Een beetje krom, moeilijk ter been, gehuld in een koddige zwarte overall en verder every inch a gentleman: een gezapig oudje van 76? Nee, een van de weinige artiesten die je gerust artiest mag noemen. En die het zich kan veroorloven geen toegift te geven en een hele reeks classics niet speelt (geen Close Watch of Paris 1919 bijvoorbeeld), zónder dat je je als publiek tekortgedaan voelt.

Deel dit artikel